Ilbo taeryon

Stapsparringen zijn een stijl en zelfverdedigings onderdeel. Voor het zwarte band examen dienen 15 technieken getoond te worden. Bij Taekwondo Centrum Alkmaar hebben we een lijst gemaakt van 15 technieken die hier als basis voor dienen. Tijdens het 1e geup en 1e dan examen ben je vrij om deze in te vullen.

In het lijstje wat we voor de gekleurde band examens gebruiken zit een logica en een opbouw in moeilijkheid. Het zijn steeds drie technieken met de zelfde basis maar een andere counter techniek.

De aanval is hierbij altijd vanuit een oen ap koobi seogi area makki (linker lange stand lage wering) en stapt met rechts naar voren naar een oreun ap koobi seogi momtong makki (rechter lange stand stoot midden), dit geld voor alle 15 technieken. Als de aanvaller naar achteren stapt en de lage wering heeft gemaakt geeft hij een kihap dat hij klaar is. De verdediger (examen kandidaat) staat klaar in kibon joonbi geeft een kihap dat hij klaar is voor de aanval waarna de aanvaller naar voren stapt met rechts en rechts een midden stoot geeft.

Bij de eerste drie technieken stapt de verdediger met links naar achteren naar oen dwit koobi seogi (linker achterwaartse/korte stand) en maakt een oreun momtong an makki (rechter midden wering van buiten naar binnen) gevolgd door de counter.

Joochoom seogi, oreun palkoop momtong yeop chigi; oreun ap koobi seogi, deung joomeok bakkat mok chigi.
Paardrijstand, rechter zijwaartse elleboog slag; rechter lange stand, slag naar de slaap met rug van de vuist van binnen naar buiten.
Oreun ap koobi seogi, oreun hansonnal bakkat to chigi; oen momtong jireugi.
Rechter lange stand, rechter nekslag van binnen naar buiten met open hand; links stoot midden.
Momdollyo oreun ap koobi seogi, oen momtong palkoop dwit chigi; oen eogool palkoop dwit chigi.
Ruglings omdraaien naar rechter lange stand, links achterwaartse elleboog slag midden; links achterwaartse elleboog slag hoog.

Bij de volgende drie hand technieken stapt de verdediger met links 45° naar links uit naar joochoom seogi (paardrijstand) en schuift de rechter voet naar de plaats van de linker en maakt met links een batangson momtong makki (handpalm midden wering).

Oen joochoom seogi, oreun montong jireugi; oen eogool jireugi.
Je blijft in linker paardrijstand, tegenovergestelde stoot midden (rechts) en stoot hoog (links).
Oen joochoom seogi, oreun sonnal-deug mok chigi, eogool palkoop chigi.
Je blijft in linker paardrijstand, rechts binnenmeshand (duim kant) nek slag, links elleboog slag naar hoofd.

Na de wering draai je dooren sta je in lange stand achter je tegenstander.

Oreun ap koobi seogi, bandae dwit palkoop chigi, baro dwit palkoom chigi.
Rechter lange stand, elleboog naar achter met rechts, elleboog naar achter met links.

De voetweringen zijn drie keer met rechts voor en drie keer met links voor. De eerste drie zijn met een wering van buiten naar binnen, de volgende twee met een wering van binnen naar buiten en de laatste weer van buiten naar binnen. (Geheugensteuntje:3, 2, 1.)
De logica is hier dat de verdediger de stotende arm opzij (naar links) blokt zodat het bovenlichaam open is voor de tegenaanval. Aangezien de laatste techniek naar de ribben of naar het hoofd gaat is het open blokken hier minder belangrijk.
Het weren gebeurt altijd met de voorste voet gezien de juiste afstand en de snelheid.
Na een trap techniek dien je altijd in een parate gevechtshouding te eindigen op veilige afstand van de tegenstander.

De verdediger stapt met links naar achteren in gevechtshouding en maakt direct met rechts een voetwering van buiten naar binnen.

Het rechterbeen zet je rechts neer en je maakt een dollyo chagi (ronde trap).
De rechter knie houdt je na de wering hoog en maakt een yeop chagi (zijwaartse trap).
Het rechter been "draait door" en zet je naast je linker voet en je maakt een oen momdollyo dwit chagi (achterlangs gedraaide achterwaartse trap met links).

Bij de eerste twee stapt de verdediger met rechts naar achteren en gevechtshouding en maakt direct met links een voetwering van binnen naar buiten. Bij de derde is de voetwering van buiten naar binnen.

De linker voet wordt links neergezet en maak een oreun dollyo chagi (rechter ronde trap).
De linker voet wordt links neergezet en maak een oreun yeop chagi (rechter zijwaartse trap).

Deze is het zelfde als 9 maar dan met het andere been.

Het linker been "draait door" en zet je naast je rechter voet en je maakt een oreun momdollyo dwit chagi (achterlangs gedraaide achterwaartse trap met rechts).

Voor de A klasse (2e geup en hoger) maakt men een momdollyo bandae dollyo chagi (achterlangs gedraaide tegenovergestelde ronde trap) indien men die goed kan uitvoeren.

De laatste drie technieken zijn allemaal gesprongen technieken waarbij de verdediger in één keer weg springt en een counter trap maakt.

Twio ap chagi, gesprongen voorwaartse trap.
Twio dollyo chagi, gesprongen ronde trap.
Doobaldangsang dollyo chagi, dubbele ronde trap (zoals de heenweg in taegeuk pal jang, doobaldangsang ap chagi maar dan rond.

Deze 15 technieken dienen als basis. Voor het 2e geup (rode band) examen doe je deze technieken door mekaar. Je doet dan de eerste van het rijtje van drie, dan de tweede en als laaste alle derde technieken. Zo krijg je een rijtje van twee hand technieken, twee voet technieken en één gesprongen techniek.
1, 4, 7, 10, 13
2, 5, 8, 11, 14
3, 6, 9, 12, 15

Voor het 1e geup (zwarte slip) examen worden de zelfde eisen gesteld als het zwarte band examen. Hier moet je vijf hand technieken, tien voet technieken laten zien waarvan minimaal drie gesprongen. We adviseren dan ook om techniek nummer 6 te veranderen in:

Joochoom seogi, oreun bakat palmok momtong bakat makki, oreun dollyo chagi eventueel gevolgd door (twio) momdollyo bandae dollyo chagi.
Paardrijstand, rechts wering met duimzijde van binnen naar buiten, rechts ronde trap eventueel gevolgd door een (gesprongen) achterlangs gedraaide tegenovergestelde ronde trap.

Je bent hier vrij om de technieken naar eigen inzicht aan te passen als er maar aan de bovenstaande eisen wordt voldaan.